Ouwe

september 2014

“Varkens zijn heel intelligent” reageren veel mensen als ik ze een verhaal vertel over het gedrag van de varkens. Bij sommige mensen antwoord ik dan graag: ‘In ieder geval intelligenter dan jij’, maar dat durf ik meestal niet.Ik antwoord dan met de opmerking dat ik dat betwijfel, maar dat ze wel makkelijk iets leren.

Onze oudste zeug moet biggen. Zo heet dat nou eenmaal. Een koe moet ‘kalveren’, een hond werpt en een mens baart. De overeenkomst is dat het onontkomelijk is. Dus moest ook onze ouwe naar de biggenstal, het kraamhok. Dat is een 4 x 4 meter grote stal. Hij krijgt dan heel veel stro om een nest te maken. Ik hang een warmtelamp op voor de aankomende biggen, zet mijn flesje biggenburg klaar en wacht tot het grote wonder plaatsvindt. Maar ik moet het beestje wel eerst uit de grote groep halen.

Net als iedere middag ligt de hele meute binnen te pitten. Tachtig varkens vormen, dicht tegen elkaar aangelegen, een hele ronkende, snurkende varkensfilet. Er heerst dan een haast serene stilte in de stal. Onze ouwe ligt helemaal achteraan, tegen de muur. Terwijl ik naar het deurtje loop, tussen het gangpad en het hok, roep ik hem. “He ouwe, kom op”. Er gaat één oor omhoog. “Ja, jij, kom op, je moet naar het kraamhok”. Het beestje tilt zijn kop op en kijkt mij aan. Ik kijk het beest aan en zeg “kom, naar het kraamhok”. En dan realiseer ik me weer waarom ik zo graag die varkens heb. Hij staat op, stapt dwars over alle andere slapende varkens heen, recht naar mij toe. Een hoop protest natuurlijk en maar één varken dat ook op staat. Samen lopen ze naar het deurtje toe en wachten ervoor tot ik het heb open gemaakt. Het andere varken wilde eerst naar buiten. Ik zeg “nee, jij niet. Alleen die ouwe”. Het dier doet een stap achteruit en de ouwe loopt zo door de deur naar buiten, het gangpad op. Ik doe de deur achter zijn kont dicht. Het andere varken gaat terug bij de groep liggen.

Voor mij uit loopt de hoogdrachtige zeug. Ik zie een flink uier, een dikke waggelkont en een zware hangbuik, zo voor mij uit, rechtstreeks het kraamhok inlopen. Vijf dagen later bouwt hij een prachtig nest en werpt daarin 9 biggen. Wat geweldig, zo’n beest dat op heel eigen wijze z’n biggen werpt en aan de andere kant zo op mijn stem reageert.

Zij een goed leven, Wij een lekkere bout