Vegetarische slager

oktober 2014

Als de slager samen met de klant ons varken uitbeent, is de kop altijd een hoofdstuk apart. Sommige mensen willen graag de wangetjes, ook wel koontjes genoemd, anderen vinden het maar eng en willen alleen het worstvlees er vanaf (laten) halen. En de echte liefhebbers gooien de hele kop in een pan water om er iets lekkers van te koken. Zurezult, hoofdkaas, of een press-kop.

Het gebit van het beestje wekt altijd ontzag. Zeker als ik vertel dat varkens met gemak een dakpan aan gort malen, een baksteen doormidden bijten of de pit van een perzik opeten. Keiharde kiezen. Wat een luxe.

Vooral de tanden van het beestje vind ik bijzonder. Hij heeft snijtanden om het gras af te bijten, of net zo lang aan een paaltje te knauwen tot het afbreekt en Jaap het weer moet repareren. De hoektanden van het dier spreken tot de verbeelding. Ze kunnen heel lang worden, net als bij het zwijn van het plaatje uit dat enge sprookjesboek. Of de tanden van een leeuw. Tanden waar je fantastisch een stuk vlees mee in stukken trekt. En dat doet zo’n varken dan ook met plezier. Gooi een dooie kip in het hok en binnen een paar minuten vind je alleen het snaveltje terug. Het schijnt dat je van een mens alleen de tanden terugvindt, als je bijvoorbeeld, een Rachel Hazes in het hok gooit, of iemand anders waar je een hekel aan hebt.

Maar die tanden vertellen dus dat het varken zowel herbivoor is, als ook carnivoor. Zeg maar ‘vegetariër’ en ‘Bourgondiër’ tegelijk. Ervan uitgaande dat Bourgondiër staat voor weldadig vlees eten met bijpassende wijn.

Kijk ik naar mijn eigen gebit, dan zie ik diezelfde scherpe snijtanden voor het afbijten van een worteltje of appel. Maar ik zie ook die puntige hoektanden die je als een fondue vork in het vlees kan prikken. Ik voel me dan ook een vegetariër met de behoeftes van een Bourgondiër. Ik ben zowel herbivoor als carnivoor, ofwel omnivoor, net als al onze klanten.

De vegetarische slager heeft dat ook begrepen. Maak iets voor de snijtanden, waar ook de hoektanden zich in kunnen zetten.
Dat werd de vleesvervanger. Iets plantaardigs, met een vleesstructuur. Prima, maar aan mij is het niet besteed.

De enige vleesvervanger die ik echt lekker vind, is een marsepeinen big.