Volle Maan

november 2012

Er zijn van die dagen dat je thuis komt en eigenlijk helemaal niets meer wilt doen. Je bent moe en je hebt honger, ook al hoopt mijn moeder dat ik nooit echt honger zal hebben. Je wilt alleen nog maar eten, zitten en tv kijken. Al is het The Voice of Holland. Je wilt gewoon zombie zijn. Zo’n avond was dat.

Maar de varkens hadden echt honger. En die doen alsof ze echt weten wat echt honger is.

Even geen Voice, even geen zombie. gewoon de overall aan en laarzen. Daar staan de varkens met gespitste oortjes te luisteren of ik ga roepen. “Kom op jongens, kom op”. Dan rennen ze naar de voerbak. Jaap gaat voeren.

Die avond was ik niet alleen moe, ik moest ook nog van alles doen. Ik moest nog met de kar weg om de wei te halen Het restproduct van de kaas, heerlijk voor de varkens. En nog een heleboel droge worsten inpakken. Dus geen Voice. Wat moet, dat moet.

Terwijl ik de varkens voerde had ik het gevoel dat er minder varkens waren. Ik tel ze nooit bij het voeren. Ze zijn er gewoon altijd. Maar toch, dat gevoel.

Na het voeren ben ik daarom naar buiten gegaan. Daar zag ik dat er nog vijf varkens in het weiland lopen waar ze eigenlijk niet horen. Het gebeurt weleens dat ze ergens achter in het land door de draad gaan en vooraan niet meer weten hoe ze terug in het weiland kunnen komen.

Dus moest ik weer varkens gaan vangen. Moet ik ze weer zover krijgen dat ze over dat randje lopen waar normaal de draad staat. Iets waar ze altijd bang voor zijn. En dat alles terwijl het hartstikke nat is op het land. Overal modder. Verdwaalde varkens en Jaap is druk en wil Voice kijken.

Ze liepen achter op het land waar ze niet mochten lopen. Toen ik ze riep, kwamen ze op me af. Dat ging gelukkig prima. Ik had het schrikdraad weggehaald. Ook over dat randje gingen ze eigenlijk verrassend snel heen. Maar toen begon het gedonder. Van de vijf liepen er drie naar de stal, maar twee gingen de andere kant uit. Dan moet je er achteraan, terwijl je laarzen in de modder zuigen. Heb je ze ingehaald en omgedraaid, lopen ze weer naar de ander kant. En dat terwijl ik die avond nog zo veel moest doen. Ik heb gemopperd op de situatie in termen die je niet op internet moet publiceren.

Eindelijk liepen ook de laatste varkens richting stal. Ik keek naar die dikke konten die voor mij uit waggelden richting het deurtje. Ik rook de lucht van lichte vorst. Ik keek om mee heen, zag de volle maan, zag het prachtig verlichte land, hoorde de andere varkens binnen heerlijk vreten en de Voice in mij wees me erop: ‘wie mag er nou bij volle maan, in een schitterend landschap achter zijn prachtige varkens aanlopen? Wat een rijkdom’.

Zij een goed leven, Wij een lekkere bout