Kerstmis 1963

december 2014

We vonden het heerljk, mijn zusje Liesbeth en ik, om de schaapjes opnieuw neer te zetten. Mijn vader had een prachtige, warme en vooral hele echte kerststal, van takken en echt stro. Daarin stonden de hele echte beelden van Maria en Jozef. Ze knielden voor een, van takjes in elkaar geknutselde kribbe, met erin het kerstkindje. In het stalletje brandde een heel warm lampje. De os en de ezel stonden het kindje met hun adem warm te houden. Om de stal heen zag je al wat herders aanlopen, natuurlijk met een staf. En daarbij liepen dan de schapen; bolletjes wol, een schapenkoppie en luciferhoutjes als poten. En vooral deze schaapjes boeiden ons.

Een kudde schaapjespoppen is een andere kudde als je een paar schaapjes verzet. Daarmee leefde het. En daarmee verdwaalde mijn zusje en ik in een heerlijke wereld van geluk, romantiek en devote tevredenheid. Denk erbij, de spannende reuk van kaarsen, het vooruizicht van een heerlijk diner en de rust van vakantie. Mocht het zijn dat het buiten ook nog vriest en sneeuwt, dan is je nostalgische jeugd weer heel dicht bij. Kerst 1963.

Daar moet ik nog vaak aan denken als ik in de stal kom, die beesten heerlijk tegen elkaar hoor liggen steunen en kreunen, snurken en ronken. De lucht, de sfeer en dat vertrouwde, tevreden gevoel. Kerst 2014. Kom eens langs!

Zulke beestjes laat je heerlijk liggen. Niet storen, en vooral niet steeds de beestjes verzetten.

Zij een goed leven, Wij een lekkere bout